Van trage start naar nieuwe norm
Nieuwe regels, het bedrijfsleven zit er niet op te wachten. Toch blijven ze komen, vooral in Nederland. Maatschappelijke organisaties en de overheid werken vaak samen om consumenten en bedrijven de goede kant op te bewegen. Op zich is hier niets mis mee. Maar met de uitvoering van nieuwe regelgeving soms wel. Er wordt bijvoorbeeld onvoldoende rekening gehouden met bepaalde partijen, administratieve lasten, conflicterende situaties of belemmering voor innovatie. Maar internetconsultatie door de vleessector gebeurt niet of nauwelijks. Een gemiste kans!
Door de coronacrisis draaien veel supermarkten en slagers dubbele omzetten. De vleesindustrie blijft druk met aanleveren. Ondertussen maken thuiszitters massaal gebruik van internet. Online food bestellen kwam de laatste jaren moeizaam op gang maar is in korte tijd uitgegroeid tot de nieuwe norm.

Internet en nieuwe regelgeving
Van oudsher zijn we gewend dat brancheorganisaties bemiddelen voor betere regels. Maar met het opheffen van de productschappen is deze taak naar de werkgeversorganisaties gegaan, Zij doen deze taak ‘erbij’. Echter, de budgetten die zij hiervoor hebben, zijn niet te vergelijken met die van de productschappen. En dat merk je. Mede daarom is er tegenwoordig internetconsultatie voor nieuwe regelgeving. Al sinds 2009, maar het wordt helaas nog nauwelijks gebruikt. In 2016 is er een onderzoek gedaan naar wie er zoal reageren op een internetconsultatie. Over het algemeen zijn dat hoogopgeleide oudere mannen (55+) en belangenorganisaties of actiegroepen. Per regelgeving zijn er meestal zo’n 2 tot 4 reacties. Reacties zijn openbaar op www.internetconsultatie.nl.
In de vleessector reageren gek genoeg nooit bedrijven, terwijl zij beter dan brancheorganisaties kunnen beoordelen of een nieuwe regels uitvoerbaar is of niet. Wie neemt het voortouw?
Internetconsultatie moeilijk?
Helemaal niet! Je gaat naar www.internetconsultatie.nl en je krijgt direct een overzicht van alle nieuwe regels. Je kan ook zoeken met zoekfunctie ‘vlees’ of ‘dier’. Dan krijg je een overzicht van alle betreffende open en gesloten consultaties. Eventuele reacties kunnen ook bekeken worden. Deze zijn van heel gedetailleerd, naar (meestal) kort en krachtig. Per nieuwe regels is een kort overzicht te downloaden van hoe de regels zijn omschreven met de motivatie. Eenvoudig en overzichtelijk.
Open consultaties nieuwe regelgeving vleessector
Op dit moment lopen er voor de vleessector twee consultaties. Één van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) die o.a. gaat over een verbod op het verhandelen en slachten van hoogdrachtige varkens en runderen en één van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over een nieuwe aanpak van productverbetering.
Het verbod op het verhandelen van hoogdrachtige varkens en runderen is op zich een goed besluit want niemand wil drachtige dieren slachten. Maar als we kijken naar de uitvoering, dan zegt men dat het alleen veehouders betreft. Maar feitelijk is dat niet waar, want de slachterij moet hier op gaan controleren a.d.h.v. een verklaring dat het dier niet in het laatste derde deel van de dracht zit. Aan de buitenkant is dit vaak niet te zien. En als er bijvoorbeeld geen verklaring is en tijdens de slacht blijkt dat er een bijna voldragen foetus aanwezig is. Wie is er dan verantwoordelijk? En hoe meet je dan of de foetus meer dan 77 dagen (varken) of 185 dagen (rund) is gedragen? Want dat wordt verboden. Er wordt voor het gemak van uitgegaan dat de veehouder dit altijd moet weten. Maar als de dieren bijvoorbeeld in groepen buiten lopen, dan heb je hier niet altijd controle op. Daarnaast conflicteert deze regel met de transportverordening. Daarin staat een verbod op het vervoer van dieren met meer dan 90% dracht. Dus zij mogen dieren die in hun laatste derde fase van hun dracht zitten tot 90% wel naar het slachthuis vervoeren, maar het slachthuis mag ze niet ontvangen. Moet de vervoerder dan niet ook een verklaring van de veehouder controleren? Doel regelgeving is op zich goed, maar de uitvoering rammelt aan alle kanten en is bovendien lastig te handhaven (NVWA). Deze consultatie loopt van 5 maart t/m 16 april 2020. Niemand heeft nog gereageerd (moment van schrijven).
Eind 2020 verloopt het voormalige Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) die door veel partijen is getekend, maar gek genoeg niet door de vleessector. Eind 2020 volgt een nieuwe aanpak. In het nieuwe akkoord staan nieuwe lage normen voor het zout- en verzadigd vetgehalte van onder andere vleesbereidingen en vleeswaren. Deze gehaltes moeten stapsgewijs omlaag. Het RIVM heeft drie niveaus berekend uit landelijke databases: achterhoede, middenmoot en koplopers. Zo is het natriumgehalte van vleesbereidingen ingedeeld in respectievelijk 760 – 530 – 360 mg/100g en voor samengestelde vleeswaren respectievelijk 920 – 823 – 720 mg/100g. Het verzadigd vet van vleesbereidingen is 8 – 5 – 3 g/100g en van samengestelde vleeswaren 10 – 9 – 7 g/100 g.
Om bedrijven te motiveren wil de overheid prikkels gebruiken als ‘naming’ (koplopers) en het voedselkeuzelogo Nutri-Score. Twee consumenten hebben tot nu toe gereageerd: “Wij hebben in ons land de Warenwet. Daarin dient dit geregeld te worden.” En “Goed idee. Niet geschoten is altijd mis.” Het bedrijfsleven heeft nog niet van zich laten horen. De internetconsultatie loopt van 24 maart t/m 5 mei 2020.
Internetconsultatie van nieuwe regelgeving komt, net als online food bestellen, moeizaam op gang. Maar, wordt vroeg of laat de nieuwe norm. #Laat je stem horen!
Yvon Bemelman