Subsidies voor meer natuur in de landbouw

In het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) staan verschillende regelingen waarmee bedrijven extra subsidie kunnen ontvangen als zij zich inzetten voor meer natuur. Met de eco-regeling ontvangt men een eco-premie voor eco-activiteiten op het bedrijf. De activiteiten moeten gericht zijn op: het verbeteren van biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Daarnaast zijn er ruimere mogelijkheden voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) waarbij men in een collectief het agrarische landschap werkt aan een betere biodiversiteit. Hierbij moet de bodem- en waterkwaliteit hersteld en verbeterd worden.

Voor regelingen en projecten: https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzame-landbouw/natuur-landbouw?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=2022_duurzaam_boeren&utm_term=agro_db&utm_content=post_biodiv_melkvee

 

Opbouw keten Nederlands biologisch rundvlees

Met het tekenen van een contract voor onbepaalde tijd met biologische melkveehouder Erik van der Velde en biologische vleesveehouder Gert-Jan Stoeten, is De Groene Weg officieel gestart met de opbouw van een keten van Nederlands biologisch rundvlees. Hiermee speelt De Groene Weg in op de groeiende behoefte aan regionaliteit bij de consument, maar ook aan de behoefte bij biologische melkveehouders om al hun kalveren biologisch te laten opgroeien en verwaarden.

In Nederland wordt op dit moment ongeveer 10% van de biologische kalveren ook biologisch gehouden. De overige kalveren worden in de reguliere markt afgezet. Dat kan beter, vindt De Groene Weg. De biologische vleesproducent heeft al twee sterke ketens in Nederland: varkensvlees (met ruim 110 varkenshouders) en lamsvlees (met 35 schapenhouders). Het bedrijf zet nu een volgende stap door het opzetten van een derde keten, namelijk die voor Nederlands rundvlees, waarin biologische melkvee- en vleesveehouders onderdeel worden van een keten van biologisch rundvlees. Zie: https://www.degroeneweg.nl/nieuws/degroene-weg-start-met-biologische-rundvleesketen/    en  https://edepot.wur.nl/477524

 

Vastleggen duurzaamheidsprestaties wordt voor grote bedrijven verplicht

Nieuwe Europese richtlijnen dwingen grote bedrijven nog scherper hun duurzaamheidsrapportages op te stellen en te publiceren. Zijn deze in lijn met de Parijs klimaatakkoorden en gaan bedrijven met hun uitvoeringsagenda de gestelde (tussen)doelen ook realiseren? Dat is de kern van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Transparant vastleggen van duurzaamheidsprestaties in een jaarverslagrapportage is voor veel bedrijven een enorme klus. Denk aan daarbij aan het maken van duurzaamheidskeuzes, doelen stellen, beleidsvorming en uitvoering en dataverzameling. En daarover moeten bedrijven gaan rapporteren. De CSRD-richtlijn staat centraal in de Green Deal van de Europese Unie en moet zorgen voor meer transparantie over en betere kwaliteit van duurzaamheidsinformatie.

De CSRD-rapportageplicht geldt voor beursgenoteerde bedrijven over het verslagjaar 2024. Bedrijven die voldoen aan twee van drie CSRD-criteria volgen een jaar later en het MKB weer een jaar later. Over het definitieve implementatie schema volgt nog besluitvorming. Naar verwachting gebeurt dat komende oktober 2022.

Supermarkten en grote voedingsbedrijven die onder de Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen IMVO-wetgeving vallen, gaan hun toeleveranciers bevragen over hun aanpak en vastlegging. Bij langere ketens zal er ook een doorvertaling komen naar de toeleveranciers van toeleveranciers. Zo komt wetgeving voor grotere bedrijven steeds meer op het bord van de kleinere bedrijven. Zie: https://www.mvonederland.nl/wat-is-de-csrd-wet-en-hoe-ga-je-ermee-aan-de-slag/

 

Monitor Duurzaam voedsel 2021

De Monitor Duurzaam Voedsel /Consumentenbestedingen bekeek de consumentenbestedingen aan producten met een duurzaamheidskeurmerk via drie verkoopkanalen: supermarkten, foodservice zoals horeca en catering, en speciaalzaken voor duurzame voeding. De gemeten keurmerken zijn ASC, Biologisch, Beter Leven, Fairtrade, MSC, Onthe way to PlanetProof, Rainforest Alliance, UTZ Certified, en Vrije Uitloop. De Monitor Duurzaam Voedsel 2021 werd uitgevoerd door Wageningen University & Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en concludeerde dat het aandeel van duurzame voedsel­aan­kopen is gestegen. Zie: https://www.duurzaam-ondernemen.nl/monitor-duurzaam-voedsel-2021-aandeel-van-duurzame-voedselaankopen-is-gestegen/  en https://edepot.wur.nl/575241

 

Verkoop vleesvervangers gedaald

De verkoop van vleesvervangers en  biologische producten is voor het eerst in jaren gedaald. In supermarkten en  speciaalzaken bedraagt de daling zo’n 5  procent gemiddeld, volgens cijfers van marktonderzoeker IRI. Die noemt de  daling opvallend; het prijsverschil met vlees is juist kleiner geworden.                                            

Marktonderzoeker GfK ziet dat vooral reformzaken en natuurwinkels te maken hebben met een omzetdaling. Consumenten zouden in tijden van hoge inflatie meer naar de prijs van producten kijken.   

In 2020 was er nog sprake van een forse verkoopstijging van vleesvervangers, met 34 procent tot 141 miljoen euro.  

Zie verder: https://nos.nl/artikel/2446273-inflatie-keert-trend-verkoop-biologisch-eten-en-vleesvervangers-gedaald

 

Brancheverenigingen ontzet dat het ministerie van Financiën geen economische redenen ziet om het MKB te steunen

Marie-Hélène Zengerink, directeur van de NBOV, vindt dat het ministerie van Financiën de zaken teveel door een macro-economische bril bekijkt. ”Uiteindelijk bestaat de economie uit bedrijven en consumenten en je kunt niet alles op die macro-economische schaal bekijken.” Beide verenigingen maken zich vooral zorgen over de sociale impact van het verdwijnen van de bakker en de slager.

Volgens KNS zou met het verdwijnen van de slagers de sociale cohesie in een dorp veranderen. Het persoonlijk contact met de doelgroep, die een praatje zo af en toe op prijs stelt, zou ook verdwijnen. ”Als slager en bakker heb je een rol in de maatschappij. Tijdens corona waren dat essentiële bedrijven, nu zou die functie opeens verdwenen zijn. Dat is natuurlijk niet heel geloofwaardig”, zegt Zengerink. Die essentiële rol heeft de bakker, maar ook de slager wel zeker meent Zengerink. Ook als sponsor van lokale verenigingen. ”Het is natuurlijk niet het primaire doel, maar die nevengeschikte functies zijn wel heel belangrijk.

 

Dutch Food Week in het teken van voedsel(productie)

Doel van de Dutch Food Week (FDW) is om productie in contact te brengen met consumptie. Er zijn evenementen voor én over alle schakels in de voedselproductieketen.

Van 7 tot en met 15 oktober 2022 vinden er in het hele land evenementen en activiteiten plaats in het kader van Dutch Food Week. De activiteiten vinden bewust verspreid over het hele land plaats zodat er altijd iets in de buurt is om naartoe te gaan. Ook zal het DFW TV-team uitgebreid verslag doen van de verschillende activiteiten in de Dutch Food Week. Om de primaire producenten in beeld te brengen, start de DFW op 7 oktober 2022 met een boerenmarkt. Met die markt wil DFW de producerende sector uitdagen om dichter bij de consument te komen. Daarbij is een markt waar allerlei producten geproefd kunnen worden, een goede plek om met nieuwe mensen in contact te komen.

Zie verder: https://www.dutchfoodweek.nl/home/nl-nl/market

 

FNLI uit zorgen over continuïteit Nederlandse voedingsmiddelensector.

De FNLI -de Federatie Nederlands Levensmiddelen Industrie-maakt zich grote zorgen over de continuïteit van Nederlandse voedingsmiddelenproducenten. Door de explosief gestegen energiekosten komen zij steeds meer in het nauw. Een groeiend aantal producenten in verschillende sectoren ziet daarmee zelfs hun continuïteit in gevaar komen. Dat treft niet alleen individuele bedrijven, maar inmiddels ook volledige sectoren. De FNLI roept de overheid daarom op om niet langer te wachten met passende en effectieve maatregelen om de desastreuze effecten van de hoge energieprijzen te dempen en het gelijke speelveld in Europa te behouden.

In de landen om Nederland heen grijpt de overheid in met forse steunmaatregelen voor bedrijven. Om die reden maakt de FNLI zich zorgen dat Nederlandse producten en bedrijven de markt uitgeprijsd worden. De federatie wil dat het level playing field hersteld wordt.

Steeds meer bedrijven krijgen te maken met flexibele energiecontracten waardoor de stijging van de energieprijzen in een stroomversnelling komt. Dat raakt inmiddels hele sectoren, zoals de bakkerijen en groentenconserven. Onlangs gaf ING aan te verwachten dat de energiekosten voor voedingsmiddelenproducenten dit jaar oplopen tot gemiddeld 7,5% van de totale kosten, tegenover 1,5% in 2020 en dat de totale kostenstijgingen voor voedingsmiddelenbedrijven tussen de 20% en 30% liggen. Cees-Jan Adema, directeur FNLI: “Dit onderschrijft wat wij in de praktijk ervaren, waarbij wij uitschieters zien bij bedrijven waar de energiekosten inmiddels zo’n 30% tot 40% van de kostprijs uitmaken. Tegelijkertijd zien wij landen om ons heen in snel tempo steunmaatregelen optuigen. Nederlandse producenten komen daardoor op achterstand te staan; soortgelijke producten uit het buitenland worden goedkoper.”